De Bijbelse doop is een daad van gehoorzaamheid van degene die in geloof de Here Jezus aanvaard heeft als zijn persoonlijke Verlosser en Heer en belijdt: Ik was van nature los van God, op mijzelf aangewezen, zonder Gods Heilige Geest in mijn leven met alle gevolgen van dien, ondanks het feit dat in misschien wel naar een kerk ging. Ik zie dat ik de Here Jezus als mijn persoonlijke Verlosser nodig heb die voor mij de gevolgen van zonde op zich genomen heeft toen Hij voor mij aan het kruis van Golgotha stierf.
Hij heeft voor mij de straf gedragen, zijn leven als losprijs gegeven. Zijn bloed heeft gevloeid voor mijn verlossing en de vergeving van al mijn zonden. Door de Here Jezus te aanvaarden als jouw persoonlijke Verlosser en Heer ontvang je die vergeving en ontvang je die verlossing en krijg je door Gods Heilige Geest de zekerheid, dat je behouden bent, vergeven bent, met God verzoend bent en Gods kind bent geworden om in eeuwigheid met Hem te leven onder de leiding van Zijn Heilige Geest.
Dat zet je leven radicaal op zijn kop. Zeker, dat nieuwe leven is met vallen en opstaan, maar in de leerschool bij de allerhoogste God, de Vader, de Zoon, de Here Jezus, en de Heilige Geest.
Als je wilt laten dopen, dan dopen we je op grond van het volbrachte werk van Jezus Christus en op grond van jouw getuigenis dat je de Here Jezus als je persoonlijk Verlosser en Heer aanvaard hebt met de volgende woorden:
“We dopen je in de naam van de Vader,
in de naam van de Zoon, Jezus Christus, onze Heiland en Here
en in de naam van de Heilige Geest”.
Je gaat dan in het water kopje onder in de wetenschap dat je officieel op de manier zoals God dat heeft ingesteld wat God betreft met Christus bent gestorven, begraven en met Christus opgestaan bent in een heel nieuw leven zoals God dat heeft bedoeld. Je komt daarmee weer in je oorspronkelijke bestemming terecht zoals God de mens bedoeld heeft: Geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Door de Heilige Geest in een persoonlijke relatie met de Eeuwige, Almachtige God, de Bedenker en Schepper van het hele universum en van deze wereld met alles wat daarop leeft.
Deze God kiest ervoor om een eeuwige Vader voor je te zijn en jou als Zijn kind aan te nemen zodat je Hem leert kennen en de oneindige en onvoorwaardelijke Liefde van Hem. Liefde die vergeeft, aanvaardt, verdraagt, voor jou zorgt, jou beschermt, jou op jouw weg wil helpen en leiden en je omringt met Zijn zegeningen, Zijn gunsten, Zijn weldaden, Zijn onbegrensde Goedheid. Hij geeft jou samen met Hem eeuwige leven.
Het resultaat is dat er vreugde, vrede en voldoening in je leven komen en jouw leven omringd wordt Gods zegen en Liefde. Dat is al een stukje hemel op aarde en de luister die God weer aan Zijn kinderen geeft
Wat zegt de Bijbel over de doop met water?
De Bijbel bestaat, zoals wij die kennen, uit een verzameling van 66 boeken.
39 boeken in het Oude Testament en 27 boeken in het Nieuwe Testament.
Het Nieuwe Testament begint met een 4-tal evangeliën, vervolgens het boek “Handelingen van de apostelen”, een hele reeks van brieven door Paulus, Petrus, Jacobus en Johannes geschreven en het eindigt met het boek “Openbaringen van Johannes” met allerlei visioenen over de toekomst.
Het lijkt wel of de schrijvers van de eerste 3 evangeliën, Mattheüs, Marcus en Lucas, bij elkaar hebben afgekeken of gebruik hebben gemaakt van nog andere schriftelijke verhalen die blijkbaar al bestonden over het leven van de Here Jezus en de woorden die de Here Jezus heeft gesproken.
We noemen de eerste 3 evangeliën ook wel de synoptische evangeliën.
Johannes daarentegen schrijft zijn evangelie vanuit een heel ander gezichtspunt.
Door de uitstorting van de Heilige Geest over zijn leven zijn zijn ogen open gegaan voor de hemelse werkelijkheid waarover de Here Jezus spreekt en leert hij ons de diepere betekenis van de woorden en het leven van de Here Jezus en wat deze voor ons leven hebben te betekenen.
Het boeken Handelingen der apostelen gaat over de hemelvaart van de Here Jezus, de uitstorting van Heilige Geest op de pinksterdag in Jeruzalem.
Over de opwekking die daarna plaats vindt, de duizenden mensen die tot geloof komen en zich laten dopen, het leven de eerste gemeente van Jezus Christus, de grote wonderen en tekenen die gebeurden, de eerste uitstorting van de Heilige Geest op de heidenen, mensen die niet bij het Joodse volk hoorden, de bekering van Paulus en over de zendingsreizen, die Hij heeft gemaakt.
Om meer te willen weten over de waterdoop gaan we eerst kijken naar de doop van de Here Jezus, die in de eerste 4 boeken van het Nieuwe Testament, de evangeliën, wordt beschreven.
Vervolgens gaan we kijken in het boek “Handelingen” naar mensen die tot bekering komen en zich laten dopen.
En ten slotte gaan we kijken naar Paulus en Petrus wat zij in hun brieven over de waterdoop schrijven.
Je kunt de Bijbel ook “on-line” lezen op www.debijbel.nl
Als je op deze website je laat inschrijven heb je de mogelijkheid de bijbel in verschillende vertalingen te lezen en verschillende vertalingen naast elkaar neer te zetten.
In onderstaande maakt ik gebruik van de vertaling van het NBG (Ned. Bijbel Genootschap)
Ik doe dat omdat deze vertaling een vrij letterlijke vertaling is van de oorspronkelijke tekst van de Bijbel. Maar het woordgebruik komt soms wel een beetje ouderwets over.
De NBV (Nieuwe Bijbel Vertaling) laat op dit punt nogal wat te wensen over. De NBV21 (Nieuwe Bijbel Vertaling van 2021) is op dat punt wat verbeterd. De vertalingen van “Het Boek” en “De Bijbel in gewone taal” proberen taal te gebruiken, die eenvoudig en makkelijk te begrijpen zijn.
De waterdoop in de 4 evangeliën
De geboorte van de Here Jezus
Matteüs 1
18 De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest. 19 Daar nu Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, was hij van zins in stilte van haar te scheiden. 20 Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest. 21 Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden. 22 Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:
23 Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons.
24 Toen Jozef uit zijn slaap ontwaakt was, deed hij, zoals de engel des Heren hem bevolen had en hij nam zijn vrouw tot zich. 25 En hij had geen gemeenschap met haar, voordat zij een zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.
De doop van de Here Jezus
Matteüs 3
13Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes, om Zich door hem te laten dopen.
14 Maar deze trachtte Hem daarvan terug te houden en zeide: Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij? 15 Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij Hem geworden. 16 Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.
Jezus noemt in de Bijbel zichzelf vaak “zoon des mensen”
Omdat Hij uit de maagd Maria geboren is heeft hij onze sterfelijke, zondige natuur op zich genomen. Maar door zich te laten dopen geeft Hij aan dat Hij aan deze zondige natuur niet wil toegeven maar deze zondige natuur kopje onder wil brengen in de doop met water om de rest van Zijn leven door de Heilige Geest met Zijn Vader verbonden te zijn en een tempel te zijn voor Gods Heilige Geest om Gods wil te doen.
God
wil dat de mens dood is voor de zonde en levend voor Hem om door de
Heilige Geest weer één van Geest te worden om God te leren kennen
om Zijn wil te gaan doen.
De Here Jezus geeft ons daarin het
voorbeeld om je om die reden je te laten dopen.
Johannes noemt in zijn evangelie de Here Jezus “het lam van God, dat de zonden van de wereld wegneemt”.
De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. (Joh.1:9)
In Lucas 12:50 zegt de Here Jezus daar het volgende over:
“Ik moet gedoopt worden met een doop, en hoe beklemt het Mij, totdat het volbracht is.”
Jezus doelt hier met “een doop” op zijn lijden en sterven aan het kruis van Golgotha, waar Hij voor ons de schuld en onze zonden op zich genomen heeft en in onze plaats de straf heeft gedragen, zodat er voor ons redding, verlossing en vergeving van al onze zonden is en wij weer vrije toegang hebben tot Gods Koninkrijk. In het Koninkrijk van God is geen duisternis, geen leugen, geen onreinheid, geen boosheid, geen zonden en geen schuld. Maar een volkomen verlossing, totale vergeving en volledige uitwissing van al onze overtredingen.
Wat zijn kenmerken van onze zondige natuur?
Ik bepaal zelf wat ik wil en wat ik doe.
Ik ben zelf baas in en over mijn eigen leven.
En hoef aan niemand rekenschap te geven over wat ik denk en wat ik doe. Ik zoek het zelf wel uit zonder God.
De gebruiksaanwijzing die God bij dit leven geeft zal mij een zorg zijn.
Kortom: Van God los. Een leven zonder een persoonlijke relatie met God. Egocentrisch en zelfzuchtig. Maar vol met onzekerheid en angst.
Paulus in Romeinen 3:10-18
Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één.
Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen; hun mond is van vloek en bitterheid vol;
Snel zijn hun voeten om bloed te vergieten,
verwoesting en ellende zijn op hun wegen,
en de weg des vredes kennen zij niet.
De vreze Gods (ontzag voor God) staat hun niet voor ogen.
Jeremia 2:13
Mij, de bron van levend water, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.
Het boek “Handelingen”
Handelingen 2:38-41 (Toespraak op de pinksterdag)
En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal. En met nog meer andere woorden getuigde hij, en hij vermaande hen, zeggende: Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht.
Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd.
Handelingen 8:12 (Filippus te Samaria)
Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen.
Handelingen 8:34-38 (Filippus en de kamerling)
En de kamerling antwoordde, en zeide tot Filippus: Ik vraag u, van wie zegt de profeet dit? Van zichzelf of van iemand anders? En Filippus opende zijn mond, en uitgaande van dat schriftwoord, predikte hij hem Jezus. En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? [En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem.
Handelingen 10:46-48 (Cornelius)
Toen merkte Petrus op: Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de heilige Geest hebben ontvangen? En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus.
Handelingen 18:8 (Paulus te Korinte)
En Crispus, de overste der synagoge, kwam tot geloof in de Here met zijn gehele huis, en vele van de Korintiërs, die hem hoorden, geloofden en lieten zich dopen.
Handelingen 19:1-7 (Paulus te Efeze)
En terwijl Apollos te Korinte was, geschiedde het, dat Paulus, na door de
bovenlanden
gereisd te zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond. En hij
zeide tot hen: Hebt gij de heilige Geest ontvangen, toen gij tot het
geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet
gehoord, dat er een heilige Geest is. En hij zeide tot hen: Waarin
zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes. Maar
Paulus zeide: Johannes doopte een doop van bekering en zeide tot het
volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in
Jezus. En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam
van de Here Jezus. En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de
heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden. En
het waren in het geheel ongeveer twaalf mannen.
Handelingen 22:12-16 (Paulus’ toespraak tot de Joden)
En een zekere Ananias, een godvruchtig man naar de wet, van wie alle Joden, die daar woonden, een goed getuigenis gaven, kwam tot mij, ging bij mij staan en zeide tot mij: Saul, broeder, word weer ziende! En op hetzelfde ogenblik werd ik weer ziende en zag hem. En hij zeide: De God onzer vaderen heeft u voorbestemd om zijn wil te leren kennen en de Rechtvaardige te zien en een stem uit zijn mond te horen;
want gij moet getuige voor Hem zijn bij alle mensen, van hetgeen gij gezien en gehoord hebt. En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam.
Wat laten deze teksten in het boek “Handelingen” ons zien?
- Dat je je eerst moet bekeren, inzien dat je bij het verkeerde geslacht hoort en Gods redding, vergeving en verlossing nodig hebt om behouden te worden.
- Dat je onder aanroeping van de naam van Jezus officieel deel krijgt aan de vergeving van je zonden en dat je op deze manier officieel je zonden laat afwassen.
- Dat je de belofte van de Vader, Gods Heilige Geest, nodigt om deel te krijgen aan de opstanding van de Here Jezus en om eeuwige leven te hebben in Gods Koninkrijk.
- Dat de doop niets iets is dat je ontvangt, maar een daad die je zelf moet doen:
Je moet je laten dopen. Kortom: Een actieve daad vanuit jezelf. - Dat je alleen je kunt laten dopen als je gelooft dat de Here Jezus de eniggeboren Zoon van God is en op het kruis van Golgotha onze straf en zonden op zich heeft. Door dat te geloven en dit openlijk hardop te belijden en je te laten dopen op de manier zoals God dat heeft ingesteld wordt je gered, vergeven en behouden en ligt de weg naar de Eeuwige Almachtige God, onze Vader in de hemelen, weer voor je open en ontvang je door Gods Geest het eeuwig leven met Hem in Gods Koninkrijk.
Wat zeggen Paulus en Petrus over de waterdoop?
Romeinen 6:4
Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen.
Kolossenzen 2:12
daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt.
Galaten 3:26-27
Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus.
Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.
1 Petrus 3:21
Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.
De grote opdracht
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. (Matt. 28:19)
En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. (Marc.16:15-16)
Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal. En met nog meer andere woorden getuigde hij, en hij vermaande hen, zeggende: Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht. (Hand.2:38-40)